Hakendover: het mooiste dorp van Vlaanderen?

vrijdag 20 maart 2009

Paardenprocessie, een eeuwenoud mysterie.

Landelijk leven
Hakendover is een onooglijk klein landelijk dorpje in Oost-Brabant, vlak bij de taalgrens. Buiten het dorp liggen nog grote weidse velden en grazige weiden, hier en daar onderbroken door een kloosterhoeve of kasteel. Men gebruikt er "ich" en "mich" in plaats van "ik" en "mij", dat is niet ongewoon in dat deel van Brabant. Daarom denken vele buitenstaanders dat men al in Limburg is. Niets is minder waar. Hier worden even veel Limburgermoppen verteld als elders. Het is een dorp in de 'ware' zin van het woord. Eén winkel, één bakker en sinds enkele jaren een apotheker... Voor meer winkelcomfort moet je in het nabijgelegen Tienen zijn of naar de Sint-Truidensesteenweg die Tienen met Sint-Truiden verbindt. Die steenweg werd in de 18e eeuw aangelegd in opdracht van de Oostenrijkers, zoals bijna alle 'steenwegen' in ons land. Tot dan deed de Oude Heerweg (een oude Romeinse weg) die door Hakendover loopt dienst als belangrijkste verbindingsweg. Alle wegen leiden naar Rome... maar in Hakendover staat de kerk toch wel echt in het midden. Niet dat de 1300 inwoners verwoede kerkgangers zijn, maar de legende van de kerk en de er aan verbonden bedevaarten en processies houden iedereen in de ban.

Een oeroude legende
Een legende die in de middeleeuwen werd opgetekend, verhaalt over drie maagden uit het geslacht van de Romeinse keizer Augustus die in Hakendover een kerk wilden bouwen. Tot twee keer startten ze met de bouw, maar telkens braken engelen 's nachts weer af wat tijdens de dag was opgebouwd. Ten einde raad smeekten de maagden God naar het waarom... Op de dertiende dag na Driekoningen van het jaar 690, zo vertelt het verhaal, verscheen een engel aan de drie maagden. Hij loodste hen door het dik besneeuwde landschap naar een plaats waar de natuur in volle bloei stond. In een 'hagedoorn' zat een vogel met een brief van God in zijn bek: "Op deze plaats wil ik mijn kerk bouwen". Nogmaals volgens het verhaal zou 'Hakendover' zijn naam te danken hebben aan die spikdoorn. De boom die nu nog op het kerkhof staat, zou een verre nazaat zijn van zijn wonderbaarlijke soortgenoot.
Men startte meteen met de bouw van de kerk. Vreemd genoeg waren er tijdens de werkzaamheden steeds 12 arbeiders aan het werk, bij de uitbetaling verschenen er maar 12. In onze tijd zou je net het omgekeerde verwachten... Natuurlijk was die dertiende werkman God zelf. Toen de kerk voltooid was, wijdde Hij haar. Drie bisschoppen die het verhaal over de Goddelijke Bouwer niet wilden geloven en de kerk op hun beurt wilden wijden, werden gestraft met ... lamheid en blindheid. Al snel hadden ze spijt over hun 'zonde' en hun gezondheid herstelde.

Een dorp van mirakels
In de middeleeuwen groeide Hakendover uit tot een beroemde bedevaartplaats. Duizenden bedevaarders, zieken, kreupelen... kwamen naar het dorp in de hoop op verlossing. En ze genazen... Als we de mirakelverhalen mogen geloven, stonden er zelfs mensen uit de dood op. De kerk van de Goddelijke Zaligmaker had dan ook iets bijzonders. De meeste kerken waren gewijd aan één of andere heilige die gespecialiseerd was in een welbepaalde kwaal. In Hakendover kon je echter voor alles terecht, want God zelf deed er 'alle herstellingen'. En geloof het of niet: nog steeds liggen er in de kerk massa's fopspenen, slabbertjes, zakjes met haar... Het ultieme bewijs dat het geloof en de hoop op verlossing nog steeds leeft bij jong en oud. Op het kerkhof, aanleunend tegen de kerkmuur, scheppen bedevaarders zakjes grond uit het 'aardehok' (grond van het kerkhof). Thuis mixen ze het door hun eten of door het dierenvoer. Het zou genezing van allerlei kwalen bespoedigen. Wat niet baat, niet schaadt. Ook al ligt het niet binnen de grenzen van wat de meeste mensen onder hygiëne verstaan. Het water van de Onze-Lieve-Herenbron die zich onder een imposante neogotische kapel bevindt, wordt in flesjes meegenomen. Jaarlijks vult de koster manden met takjes van allerlei hagen in het dorp. Dan laten de pelgrims de takken van de 'eeuwenoude' spikdoorn met rust. Iedereen tevreden. Gelukkig beseft de devote bedevaarder met een 'mirakuleus' takje in de hand niet dat het afkomstig is van een ietwat minder 'wonderbaarlijke' boom.
Geloof en bijgeloof, traditie en folklore gaan in Hakendover hand in hand. Langs het oeroude beeld van Christus-in-het-Graf, staan de beelden van Janneke de Blijter (de Heilige Johannes) en Mie de Bedzeiker (Maria). Waarvoor zij worden aanbeden behoeft geen uitleg. Offerblokken voor "genezing van vee", eeuwenoude ex-voto's met afbeeldingen van 'benen', 'armen' en 'paarden' zijn de zoveelste getuigen van een eeuwenoud geloof. Een enorm houten retabel dat in het koor van de kerk staat opgesteld, vertelt als een middeleeuws stripverhaal de legende.

Hakendoverwijn
Het 15e eeuwse beeld van de Goddelijke Zaligmaker wordt door de bedevaarders aangeraakt en in de processie van paasmaandag meegedragen. Net zoals dat in alle dorpen het geval is of was, viert men in Hakendover twee kerkelijke feestdagen. Eéntje op de dag van de kerkwijding, ééntje op de feestdag van de 'patroonheilige'. Het kerkwijdingsfeest de zondag na 17 januari is 'hakendoverwijn' (wijding - wijing - wijn) gaan heten, waardoor de meesten de oorsprong van het feest uit het oog verloren zijn.
Dertienmaal
In dezelfde week gaat in het dorp de mysterieuze bedevaart van het Dertienmaal. Bedevaarders stappen individueel of in groep de weg tussen de kerk van Hakendover en de O.L.V-ten-Steenkapel in het nabijgelegen Grimde. De "echte" bedevaarders kiezen de weg dwars door de modderige akkers. Ouderen of mensen die liever op veilig spelen, nemen de Oude Heerweg. Wie de dertien toeren heen en weer aflegt, heeft een marathon in tenen en benen zitten. Het moge gezegd: hoe zwaar ook, het is en blijft een onwaarschijnlijke en diepe ervaring. Wie dertien keer het Dertienmaal volledig aflegt, krijgt een medaille en een aflaat... Maar hiervoor moet je het nog niet doen of laten...

Een leprozenhuis en ijzeren kronen die genezing brengen
De O.L.V-ten-Steenkapel ligt niet zo ver van drie Romeinse tumuli (grafheuvels). Waarschijnlijk komt daar het verhaal vandaan dat de drie maagden uit de legende onder de kapel begraven liggen. De kapel valt wel erg ruim uit en heeft meer weg van een kleine kerk. Via een brugje is de kapel met het 'leprozenhuis' verbonden. In lang vervlogen tijden konden lepralijders op die manier de mis volgen zonder in contact te komen met de 'gezonden'. De kapel dankt haar naam waarschijnlijk aan een prehistorische megaliet die zich vroeger op die plaats bevond en waarvan recent stukken zijn teruggevonden. Onze-Lieve-Vrouw moet haar functie als 'patrones' delen met de heilige Maurus die eveneens in deze kapel aanroepen wordt. Voor zijn altaar liggen mysterieuze ijzeren kronen. Bedevaarders zetten die op om verlost te worden van slepende hoofdpijn. Of ze prikken met een speld waarmee ze eerst een pijnlijke tand hebben aangeraakt in de tenen van de Heilige Maurus. 'Similia similibus curantur', het gelijke met het gelijkende genezen, zeggen folkloristen vaak in dit opzicht. Alhoewel we ons kunnen afvragen wat het verband is tussen tenen en tanden.

Op zijn paasbest
Van oudsher zijn de huisvrouwen van het dorp de weken voor Pasen niet om aan te spreken. Over hun toeren, stress, handenvol werk... Elk hoekje en kantje van huis, kast en buitenkant wordt grondig onder handen genomen tijdens de 'paaskuis'. Luiken en ramen ruiken en plakken door de nieuwe laag verf. Binnenshuis geurt de bijenwas van de pas geboende meubels. De feesttafels worden klaargezet en met linnen bedekt. Alles moet er feestelijk uitzien. Terwijl de kleinsten op paaszaterdag vol verwachting uitkijken naar de komst van de 'paasklokken', trekt een groep tieners en twintigers door het dorp om vlaggen en spandoeken uit te hangen. Alles ruikt en straalt naar de lente. En iedereen hoopt op goed weer, zeker voor paasmaandag. Op paasdag komen de Nederlandse bedevaarders toe: meestal ouderen, maar ook wel jongeren, uit het katholieke zuiden van Nederland. In Tilburg, Breda en omgeving bestaan nog een aantal broederschappen van de 'Goddelijke Zaligmaker' wiens enige doel is de bedevaart naar Hakendover te organiseren. De oorsprong van die bedevaart uit 'Holland' ligt eind 19e eeuw. In die tijd waren openbare processies in Nederland verboden. De connectie is minder vreemd als je weet dat tot begin 20e eeuw massa's bedevaarders uit de Kempen en vooral Turnhout naar Hakendover afzakten. Tilburg, Breda en Turnhout liggen immers maar een boogscheut uit elkaar.
Vroeger had iedere Hakendovenaar zijn eigen 'Hollander', want die pelgrims hadden een overnachtingsplaats nodig. Hotels waren en zijn er nog steeds niet. Hakendover is Scherpenheuvel niet. De commercie heeft nooit een te sterke greep gekregen. En in vroeger tijd waren bedevaarders - die vaak mijlenver te voet waren gekomen - best tevreden met een slaapplaats in het stro van een schuur. En geld hadden ze ook al niet. Of hielden ze liever in hun zakken.
Tijdens de paasdagen worden nog steeds alle stoelen uit de kerk verwijderd, omdat er genoeg plaats zou zijn voor alle bedevaarders. Rond de kerk ruilkt het naar friet en smoutebollen van de kermis. Gelegenheidscafés openen hun deuren en doen die dagen gouden zaken in hun 'commerce'. Niet zo zeer aan de bedevaarders, maar vooral aan het 'jonge volk' uit Hakendover en omgeving.


Stormloop der paarden
Paasmaandag is en blijft de hoogdag. Na een serie misvieringen maakt heel het dorp en de massa bedevaarders en toeristen zijn opwachting voor de beroemde paardenprocessie. Rond elf uur in de voormiddag vertrekt de processie aan de kerk. Via de 'Processieweg', gaat het richting Tiense Berg. De Tiense Berg is een top van een heuvelrug die het Hageland scheidt van het vruchtbare leemrijke Haspengouw. Op de Berg staat midden in het veld een 'gelegenheidsaltaar' opgesteld. De bedevaarders en ruiters trekken door de zompige akkers naar boven. Daar verzamelen ze zich. De bedevaarders wurmen door elkaar in een grote cirkelvormige mensenmassa. Wanneer het startsein wordt gegeven stormen de paarden in een stormloop drie keer rond het volk. Aardkluiten en stof kleuren de hemel. De mensenmassa verstomt. Hakendovenaars met tranen in de ogen. En je ziet hen denken: dit hebben ze nergens anders. En na de zegening van paarden en pelgrims door een priester, gaat het verder. Wanneer de fanfare van Hakendover de toon opnieuw aangeeft en het beeld van de Goddelijke Zaligmaker boven de hoofden van het volk weer in beweging komt, is het moment van de aftocht weer gekomen. Maar de triomf van Hakendover is dan alweer voor een jaar voorbij.

Meer informatie over Hakendover, het Dertienmaal en de paardenprocessie vindt u op www.hakendover.be
Naast uitleg vindt u er massa's foto's, films en zelfs een cursus Hakendovers dialect. Meer dan het bezoeken waard.

De paardenprocessie gaat door op 13 april.

www.hakendover.be geeft 1 boek cadeau aan de eerste persoon die kan vertellen welk getal een belangrijke rol speelt in Hakendover en daarvan ook 5 bewijzen uit deze tekst geeft.

Kris Merckx

Geen opmerkingen: